Een nacht op bezoek bij Radio 1: “Heb je drugs gebruikt?”

Een discussieprogramma op zaterdagnacht waar luisteraars kunnen inbellen, daar komt toch geen luisteraar op af? Dat dacht ik eerlijk gezegd eerst ook, totdat ik een nacht bij de regie van het Radio 1 programma Druktemakers zat. Elke zaterdagnacht van drie tot vijf discussiëren Kees Dorresteijn en Thijs Maalderink over uiteenlopende stellingen met de luisteraar, dat levert soms hilarische gesprekken op.

Het is half twee ’s nachts wanneer ik word ontvangen op een vrijwel lege NOS-redactie. “Er is nog wel een radionieuwslezer, maar waar die nu uithangt weet ik niet”, vertelt Remmelt Heltzel (21), regisseur bij Druktemakers. Ik krijg een bak koffie in mijn handen en wordt op een stoel neergezet: “We zijn nog druk bezig voor de Start!, de show die vanaf vijf uur wordt uitgezonden”, vertelt Remmelt. Terwijl hij en Kees nog doorwerken aan de uitzending, drink ik rustig een paar koppen koffie; het gaat nog een lange nacht worden.

Bestand 17-12-15 14 02 40
Regisseur Remmelt Heltzel houdt korte voorgesprekken met inbellende luisteraars

Om exact drie uur zitten we in de studio voor het begin van Druktemakers. De stellingen waar in het programma over gediscussieerd wordt zijn afgeleid van columns van verschillende cabaretiers. Een van die columnisten is Nourdeen Wildeman, hij maakt zich zorgen over de kans dat Donald Trump president van Amerika wordt. De stelling waar luisteraars over kunnen bellen luidt “Als Trump president van Amerika wordt, moet Nederland de samenwerking met dat land verminderen.” Een van de eerste bellers over deze stelling is Johan. “Amerika is geen land, Amerika is bezit van Europa” blijft hij maar roepen. Presentatoren Kees en Thijs weten niet zo goed wat ze met hem aan moeten. “Heb je drugs gebruikt Johan?” vraagt Thijs. Dat blijkt inderdaad het geval te zijn. “Dat dachten we al, je loopt te raaskallen Johan, bedankt voor het bellen!” Tijdens het nieuws van vier uur komt Kees de regieruimte binnenlopen: “Dit soort gasten moeten we niet meer hebben, daar hebben we niks aan”, zegt hij lichtelijk geïrriteerd tegen Remmelt.

 

“In de nacht nacht mag je proberen en op je bek gaan”

 

Na twee uur discussiëren en heel veel telefoontjes zit Druktemakers erop. Tijd om even na te praten met presentator Kees. “Het toffe aan dit soort programma’s is dat echt iedereen mag bellen, ook al ben je een beetje dronken, iedereen wordt met respect behandeld. Behalve als we er echt niet uitkomen zoals met die Johan, dan wimpelen we je met een grapje af”. Ook luisteren er in de nacht natuurlijk veel minder mensen naar de radio, Kees vindt wel dat het nog lang niet moet verdwijnen. “In de nacht zijn er alsnog tienduizenden luisteraars, het is voor beginnend talent een geweldige plek om nieuwe dingen te proberen en keihard op je bek te gaan”. Een broedplaats voor nieuw talent dus, maar hoort dat wel op Radio 1 thuis? Kees denkt van wel: “Radio 1 heeft inderdaad een wat ouder publiek, maar die vinden het denk ik juist fijn om ook jongeren op de radio te horen. Dat is vaak lekker positief en ze vinden het fijn om te weten wat er bij de jongeren speelt”.

De hele uitzending van Druktemakers is hier terug te luisteren.

“We luisteren bij Blendle elke dag naar Radio 1” [Audio]

“Dat heb ik gehoord op de radio”, het is een uitspraak die allang niet meer vanzelfsprekend is om te horen. Het nieuwste nieuws halen mensen nu juist van internet. Maar hoe denkt een van de grootste nieuwssites over de rol die radio nog heeft in het journalistieke landschap? Ik vraag Arnoud van der Struijk van Blendle of zij een taak van radio hebben overgenomen.

“Er wordt niet meer intens geluisterd”

De toekomst is altijd moeilijk om te voorspellen, zo ook de toekomst van de radio. Dat is gebleken uit de afgelopen decennia. Vijftig jaar geleden hadden mensen al het idee dat het einde van radio eraan zat te komen, ‘but it is still going strong’. Toch is het medium wel zo veranderd, dat het bijna niet meer te vergelijken is met vroeger. Mediahistoricus aan de Universiteit van Groningen Hans Knot (66) doet al sinds de jaren ’60 onderzoek naar radio, hij vindt alle veranderingen niet al te positief.hansknot2006sre

Hans’ liefde voor radio is ontstaan, omdat er vroeger weinig keuze was. “We hadden geen televisie en moesten één autoped delen met al mijn broers en zussen, radio was vaak het enige waar we met zijn allen omheen zaten en samen naar luisterden. We genoten echt.” Volgens Hans keek hij altijd uit naar de wekelijkse hoorspelen op de radio, iets wat je je nu niet meer kan voorstellen.

Een groot deel van het mediahistorisch werk van Hans richtte zich op de zeezenders, populaire radiostations die uitzonden vanaf zee. “Je had alleen het aanbod van Hilversum 1 en 2, er was één pop-programma in de week. Verder moest je het aanbod van de publieke omroep maar leren te accepteren”. De zeezenders zonden vooral popmuziek uit en stonden, in tegenstelling tot Hilversum 1 en 2, niet onder toezicht van de overheid. “Er was heel veel tegenstand tegen bijvoorbeeld Radio Veronica, zo werd er vooral in de Telegraaf geschreven dat ze de Noorse marine stoorden met hun uitzendingen. Alle mogelijkheden werden door de overheid erbij gehaald om Veronica uit de lucht te halen”.

 

“Ik keek iedere week uit naar het hoorspel”

 

Ondanks de tegenstand van onder andere de Nederlandse en Britse overheid, waren de zeezenders immens populair. Zo begon Radio London, een Britse zeezender gericht op West-Europa, in 1964 met het populaire Top40-format, een format wat vandaag de dag nog steeds wordt uitgezonden. Hans laat een commercial horen die werd uitgezonden op Radio 270, een Britse zeezender die halverwege de jaren ’60 uitzond. Een vrouw wordt na een inbraak in haar huis ondervraagd door de politie en zij vertelt dat zij een radio in elke kamer had en dat ze allemaal zijn gestolen. Nu weet haar man niet meer hoe laat het is en hoe druk het op de weg is en zij heeft niets om haar gezelschap te houden tijdens haar huishoudelijke klusjes. Luister het hele fragment hier.

Puur behang

Na de jaren ’60 is de radio flink uitgebreid. Vanaf 1965 kwam Hilversum 3 in het bestel erbij en vanaf de jaren ’80 kwamen de commerciële stations in de lucht. “Maar er zijn ook veel minder interessante stations bijgekomen, radiostations als Skyradio zijn puur behang”, vertelt Hans. “Er wordt gewoon niet meer intens genoeg geluisterd. Ik zie luisteren naar de radio nog steeds als goed luisteren en zelf goed nadenken over wat er wordt gezegd”. Dit heeft volgens Hans ook te maken met de manier waarop er tegenwoordig radio wordt gemaakt. “Radio maken is vervlakt. Waarom willen die DJ’s altijd grappig zijn? De meeste mensen die niet meer naar de radio luisteren, zijn weggegaan door die flauwe grapjes van DJ’s. Vooral ouderen hebben zich afgekeerd van de radio.”

Buurtradio

Ondanks de negatieve ontwikkelingen in de afgelopen decennia, ziet Hans de toekomst van radio niet al te somber in. “Radio is altijd een stukje bijgeslepen. Wie weet komt er weer een positieve verandering.” Een van deze positieve kansen ziet Hans voor buurtradio. Er is sinds kort een discussie of de middengolf kan worden gebruikt voor het verzorgen van buurtradio op ultra laag vermogen, radio op hyperlokaal niveau. “Ik zie buurtradio zitten. Niet alleen muziek, maar ook actualiteiten. Ik weet zeker dat mensen die gehecht zijn aan hun eigen omgeving, hier graag naar luisteren.”

 

 

“Televisie verdwijnt eerder dan radio”

Dat radio een ouderwets medium is, daar is lang niet iedereen het mee eens. Dat radio juist ook heel jong en vernieuwend kan zijn, bewijst BNN University. Hier worden jonge ambitieuze radiomakers opgeleid om BNN-radio te kunnen maken: jong, anders en gedurfd. Judith Grobecker heeft anderhalf jaar geleden de BNN University doorlopen, nu selecteert zij zelf de nieuwe radiotalenten. Daarnaast is ze vaste producer voor Eva Koreman op 3FM en valt vaak in bij bijna alle BNN-Vara radioshows. 10438120_4675939352904_5663295017785068313_n

Judith’s liefde voor de radio is begonnen toen ze
12 was. “Daarvoor luisterde ik nooit naar de radio, ik vond het echt vreselijk”. Uiteindelijk is ze op de Open Studio Dagen in Hilversum enthousiast gemaakt voor radio en is ze bij de lokale omroep Radio AFM haar eigen programma gaan maken. “Vanaf toen is het als een razende gegroeid en werd ik echt zo’n radionerd”.

Dat er mensen zijn die zeggen dat radio ouderwets is, daar kan Judith absoluut niet tegen. “Ik word daar zo boos van, want dat is zo’n ongelofelijk bullshit!” Omdat je radio altijd en overal kan luisteren, zal het nooit verdwijnen denkt Judith. “Radio is overal. Het is in de winkel, bij de kapper, in de auto, tijdens het afwassen, dat kan alleen met radio”. Vaak wordt Spotify genoemd als een van de grootste gevaren voor het voortbestaan van de radio, je kan daar immers zelf kiezen wat je luistert. Toch ziet Judith dit niet als de ondergang van de radio: “Je zal daar altijd de waan van de dag missen. Naast muziek bied radio ook duiding, nieuwtjes, dingen om over te praten bij de koffieautomaat op het werk”.

“Radio is overal”

 

Toen televisie een populair medium werd, dachten veel mensen dat het einde van de radio er aan zat te komen. Judith ziet die dreiging nu juist andersom: “Televisie zal eerder verdwijnen dan radio, daar geloof ik echt stellig in. Radio wordt al zo lang geconcurreerd door de cd, de mp3-speler en noem maar op, maar het bestaat nog steeds. Televisie wordt bedreigd door online terugkijken, Youtube, en Netflix, het ‘minder worden’ van televisie is schrikbarend veel groter dan van radio”. Uitspraken als van Alexander Klöpping worden door Judith weggezet als onzin. “Er zijn genoeg mensen die geen radio luisteren, dat is prima. Maar toch die mensen niet nooit luisteren, luisteren stiekem heel veel naar de radio. Onbewust bij de kapper, in de winkel of bij een vriend in de auto”. De journalistieke rol zal dan ook nooit door Twitter of Nu.nl overgenomen kunnen worden denkt Judith. “Radio blijft het snelste medium wat er is, uiteindelijk kan een radioman meer duiding geven dan 80 tweets bij elkaar.”.

In mijn eigen omgeving hoor ik vaak dat mensen de radio mijden, omdat ze zo moe worden van die DJ’s die altijd om hun eigen grapjes moeten lachen. Hier kan Judith haar wel in vinden, toch is die DJ nog wel het belangrijkste wanneer mensen een station kiezen om naar te luisteren. “Mensen luisteren voor een DJ en ze vinden het belangrijk om die DJ te kennen. Als bijvoorbeeld Frank van der Lende zich veel laat zien op social media, dan zullen mensen eerder getriggerd worden om naar zijn programma te luisteren”.