Het voorlopige antwoord: Waarom luisteren we nog naar de radio?

 

Tijdens het schrijven van dit blog heb ik hier mijn eigen mening over de relevantie van de radio zoveel mogelijk in het midden gelaten. Dit komt vooral omdat ik zelf ook oprecht geen antwoord had op de vraag waar mijn blog mee is begonnen: “Waarom luisteren we nog naar de radio?” In de afgelopen twee maanden heb ik met heel veel mensen gesproken, ieder van hen gaf een reden waarom het medium radio nog relevant kan zijn anno 2016. In deze (voorlopig) laatste post zal ik de belangrijkste redenen samenvatten en een kleine voorspelling doen waar ik denk dat de radio naar toe gaat.

Ik ben zelf een radioman, ik maak al sinds mijn 15e radio bij verschillende kleine radiostations. Toch betrap ik mij er zelf op dat ik vaker Spotify aan zet en vaker de Volkskrant-app gebruik dan dat ik naar BNR of Radio1 luister; ik vind radio maken geweldig maar luisteren vind ik toch vaak net niet leuk of belangrijk genoeg. Het zette mij aan het twijfelen, is mijn geliefde radio nog wel relevant? Of is het langzaam een medium geworden waar 50-plussers en radionerds naar luisteren? Ik ben gerustgesteld de afgelopen twee maanden; het einde is nog lang niet in zicht.

Tijdens het schrijven van dit blog heb ik hiervoor twee belangrijke redenen ontdekt.

  1. Radio is overal
  2. Radio luisteren terwijl je andere dingen doet

Dit is een combinatie van eigenschappen die nog alleen is weggelegd voor radio. Je neemt het medium met je mee en er is altijd iets op een zender wat je interessant kan vinden. Of het nou je favoriete muziekstijl is of een debatprogramma op Radio1, je hoeft zelf niet na te denken wat je gaat luisteren.

Ook is radio met nieuws toch het snelst. Zo wordt er op de Blendle-redactie nog elke dag naar Radio1 geluisterd om te horen wat het laatste of belangrijkste nieuws is. Zelfs de vooroplopers van nieuws op een nieuwe manier ‘consumeren’ vinden het medium nog niet gedateerd.

Persoonlijk

De persoonlijke relatie die een luisteraar kan opbouwen met een DJ, programma of station is ook nog een belangrijk gegeven waardoor radio bestaansrecht houdt. Mensen zullen altijd op een station blijven afstemmen, als ze zich daar thuis voelen. Bij elk radiogenre kan hier op een andere manier ingespeeld worden. 3FM doet dit door heel erg aanwezig te zijn op social media en mensen het gevoel te geven dat ze een DJ echt persoonlijk kennen, BNR Nieuwsradio zorgt er weer met hun app voor dat mensen altijd de nieuwste aflevering van hun favoriete programma kunnen terugluisteren.

De manier waarop we naar radio zullen luisteren is nog onzeker. Corné Klijn (Radio 2 en SterrenNL) denkt dat we binnen vijf jaar de FM-frequentie bijna niet meer zullen gebruiken. Een aantal lezers waren het duidelijk niet met hem eens en lieten hun mening duidelijk horen op mijn blog. Toch is BNR Nieuwsradio zich nu vooral aan het richten op DAB+ zo toegankelijk mogelijk te maken en online heel erg actief te zijn, ook zij lijken weinig vertrouwen te hebben in uitzenden via de FM.

Dat radio nog relevant is en zal blijven, daar kunnen we het over eens zijn. Maar in welke vorm en formaat blijft voor iedereen gissen. Er zijn in ieder geval genoeg ontwikkelingen die de moeite zijn om in de gaten te houden, dat zal ik dan ook zeker gaan doen. Jullie kunnen de komende maanden nog meer blogposts van mij verwachten, minder dan de afgelopen twee maanden, maar ik mijn best doen jullie te blijven informeren over de veranderingen in radioland.

The Buggles kunnen in ieder geval hun grootste hit wat mij betreft herschrijven: Nothing Killed The Radiostar.

 

Wat denk jij na het lezen van alle artikelen op mijn blog? Hoe ziet radio er over 10 jaar uit?

3FM Serious Request: “Meer is niet altijd beter”

3FM Serious Request haalde vorige maand het laagste bedrag in vijf jaar op. Volgens verschillende mediacritici een teken dat het niet meer een succesvol actie is. “Onzin”, vindt docent radiomanagement Sieb Kroeske, “meer is niet altijd beter”. 

Serious-Request-logoIn de afgelopen jaren haalde de jaarlijkse actie van 3FM nog bedragen tussen de 12 en 13 miljoen euro op voor een ‘stille ramp’. Dit zijn problemen, aangekaart door het Rode Kruis, die normaal gesproken erg weinig aandacht krijgen. Denk aan moeders in oorlogsgebieden, babysterfte in derdewereldlanden en seksueel misbruik in oorlogsgebieden. Het geld ophalen is volgens Kroeske niet het belangrijkste. “De taak van de publieke omroep is om het publiek zo breed mogelijk te informeren. Luistercijfers zijn een core business van de commerciële omroepen. Het belangrijkste is dat er aandacht gevraagd wordt voor het probleem”.

De manier hoe we gewend zijn om succes te meten, is volgens Kroeske niet altijd goed toepasbaar. “Mensen zijn gewend aan groei, het lijkt alsof het altijd beter moet gaan. Een stap terug kan ook goed zijn, het laat je juist anders ergens tegenaan kijken”. De reden dat er minder geld is opgehaald zou Kroeske wel kunnen verklaren: “Ieder jaar is er een ander thema, het ene thema kan meer mensen aanspreken dan het andere, ook kan het bestedingspatroon van de mensen anders zijn.” Maar hij benadrukt wel dat dit niet betekent dat de actie geen zin meer zou hebben: “Voor een commercieel station zou dat het geval zijn, maar we hebben het over een actie van de Publieke Omroep, bewustwording en maatschappelijk betrokken zijn is hier het belangrijkst. Ze hoeven niet altijd de beste, grootste en leukste te zijn”.

De opbrengst van Serious Request 2014 bleek achteraf bijna €400.000 minder te zijn, dan dat er op kerstavond 2014 als eindstand werd genoemd. Kroeske denkt niet dat het imago van 3FM hier zwaar onder te lijden heeft gehad. “Luisteraars stemmen af op een programma, DJ, muziekstijl, activiteit, wat dan ook. Ze zijn er niet mee bezig wie de beste of de leukste is, als ze zich maar thuis voelen bij een radiostation”. Het idee dat 3FM veel luisteraars heeft verloren, komt volgens Kroeske omdat een selecte groep in de media verkeerde aannames heeft, dat zorgt volgens hem voor een verkeerde beeldvorming. Omdat 3FM nog steeds een heel groot publiek aanspreekt, denkt Kroeske dat zij de publieke taak van een groot probleem onder de aandacht brengen nog goed kunnen vervullen.

BNR Nieuwsradio: “De relevantie van het medium radio staat niet ter discussie”

Landelijke nieuwsradio is schaars in Nederland. Onderweg wil je nieuws kort en snel tot je kunnen nemen, een rol die vooral voor websites als Nu.NL weggelegd lijkt. Toch was BNR Nieuwsradio het meest stabiele radiostation van 2015. Wat maakt het dat deze commerciële nieuwszender zijn luisteraars toch aan zich weet te binden? En hoe onafhankelijk is nieuws eigenlijk, wanneer de zender die het brengt afhankelijk is van sponsors en adverteerders? Hoofdredacteur Sjors Fröhlich vertelt over de keuzes die hij dagelijks moet maken. 

Sjors Frohlich.jpg
Foto: BNR Nieuwsradio

Als normale radioluisteraar heb je je radio waarschijnlijk nooit op BNR afgestemd, als je al naar nieuwsradio luistert is dat meestal Radio 1. Sjors begrijpt de vergelijking tussen de twee stations wel: “We zijn de enige nieuwszenders in Nederland. Radio 1 heeft een groter budget en trekt een breder publiek aan, daarom hebben wij gekozen voor een niche; we besteden extra aandacht aan het bedrijfsleven en economische zaken”. Een BNR-verslaggever bij een aangespoelde potvis op Texel hoef je volgens Sjors niet snel te verwachten. “We proberen de onderwerpen te pakken waar je wat aan hebt als je onderweg bent. Je moet er wat van leren en het idee hebben dat je altijd op de hoogte bent van het laatste nieuws”.

Journalistieke keuzes

BNR wordt volledig gefinancierd vanuit advertentie- en sponsorinkomsten. Omdat ze geen subsidie ontvangen, hebben ze een aanzienlijk kleiner budget dan Radio 1. “Dat zie je vooral terug in de vorm”, vertelt Sjors, “we hebben soms gewoon geen geld voor verslaggevers of correspondenten waar we ze wel zouden willen hebben”. Het beperkte budget zorgt er niet voor dat BNR bepaalde onderwerpen links laat liggen. “Als een onderwerp belangrijk is, moet het behandeld worden. Doordat we op de kosten letten, zorgt er wel voor dat we gedwongen worden om creatieve vormen voor bepaalde onderwerpen te vinden”.

Onafhankelijkheid

Sjors is zich er heel erg bewust van dat de beeldvorming rond een commercieel nieuwsmedium niet altijd even positief is. Hij en zijn redactie doen er dan ook alles aan om de journalistieke onafhankelijkheid te blijven waarborgen. “We zouden in een hele korte tijd heel veel geld kunnen verdienen als we die onafhankelijkheid loslaten, als we sponsors wel invloed laten uitoefenen op de inhoud van de programma’s. Je imago loopt dan echter zo’n deuk op, dat niemand je meer voor 100% zou vertrouwen”. Een ontzettend kritische redactie is volgens Sjors onmisbaar om dat betrouwbare imago hoog te houden. “Dat betekent trouwens niet dat we nooit iets van een sponsor behandelen. Nieuws is nieuws, een goed verhaal is een goed verhaal. Je moet alleen wel heel duidelijk zijn waar iets vandaan komt”.

De luisteraar heeft volgens Sjors geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van BNR. “Vorig jaar hadden wij KPMG als grote sponsor, binnen dat bedrijf was toen van alles aan de hand. Wij hebben daar toen volledig over bericht, want het was nieuws en relevant voor onze doelgroep”. Extra letten op je onafhankelijkheid als medium komt volgens Sjors ook omdat BNR een radiozender is. “Op televisie of in kranten kan je met vormgeving nog aangeven dat het om een advertorial gaat, bij radio moet de luisteraar er gewoon vanuit gaan dat alles wat je hoort van de redactie af komt”.

Innovatie

Nieuwsradio zal volgens Sjors altijd relevant blijven. Twitter en Nu.NL zijn dan wel sneller, maar BNR zal altijd betrouwbaarder zijn. “Het is op de redactie absoluut verboden om op basis van Twitter een nieuwsbericht de radio op te brengen, ik wil altijd een check van een echte bron”. De smartphone is volgens Sjors juist een geweldige nieuwe manier om radio overal mee naartoe te kunnen nemen. “Na social media worden smartphone-apps het meeste gebruikt om naar radio te luisteren. Het aantal minuten dat er naar ons wordt geluisterd blijft stabiel. Als wij ook op alle online platforms goed en makkelijk bereikbaar zijn, zullen we nog heel lang bestaansrecht hebben”, vertelt Sjors.

De komst van de zelfrijdende auto wordt door veel mensen gezien als het einde van de radio. Sjors vindt het niet relevant daar al over na te denken: “Binnen 10 jaar zitten wij nog niet allemaal in een zelfrijdende auto, dat duurt nog veel langer. Op kortere termijn gaan er natuurlijk veel interessante projecten komen, daar zijn we wel heel erg mee bezig”. Een van die projecten waar BNR mee bezig is, zijn de nieuwe auto’s van Tesla. “Het dashboard van die auto is straks gewoon een verzameling apps, wij zien daar heel graag een BNR-knop komen. Je luistert dan via DAB+ direct naar ons, maar krijgt ook de voor jou relevante verkeersinformatie, flitsinformatie en weer”.

Het nog persoonlijker maken van die relatie met de luisteraar is iets waar BNR ook erg mee bezig is. “Als jij interesse hebt in ons juridisch programma, dan krijg je een nieuwe notificatie als een nieuwe uitzending terug te luisteren is, ook als je in een wifi-omgeving bent haalt je smartphone de uitzending automatisch binnen, zo kan je in de auto of trein datavrij naar de uitzending luisteren”. BNR gaat dus niet zomaar mee met de nieuwe ontwikkelingen, maar probeert echt een onderdeel van de innovatie te zijn. “We moet overal zijn waar het relevant is. Het belang van het medium radio en audio staat niet ter discussie. Hoe we die luisteraar dan bereiken, is juist wat interessant is om naar te kijken”.

 

 

Van radiopiraat tot zenderbaas: “Ik ben zestien keer opgepakt voor illegaal zenden”

Herbert Visser (50) heeft een turbulente radiocarrière achter de rug. Als 15-jarige jongen uit Zevenaar begon hij met radio maken bij een piratenzender in België. Als nieuwslezer heeft hij gewerkt op een Brits zendschip, bij de eerste Nederlandse legale commerciële zender en bij persbureau ANP. Sinds 2006 is hij mede-eigenaar van de door hemzelf opgestarte radiozender 100%NL en in 2013 namen Herbert en zijn team Radio10 over. Maar hoe wordt je van piraat een succesvolle zenderbaas?

100%nl-landscape-herbertHerberts liefde voor radio is volgens hemzelf ingebakken. Een specifiek moment dat hij verliefd werd op het medium kan hij niet aanwijzen: “Ik ben geobsedeerd door radio zolang ik leef, toen ik 6 of 7 jaar was, fascineerde het mij heel erg wat er allemaal uit dat radiotoestel kwam”. Op zijn 11e nam Herbert een abonnement op het tijdschrift Radiovisie, een Nederlands-Belgisch magazine dat schreef over radio. Vanaf zijn 14e begon hij artikelen te schrijven voor Radiovisie.

De eerste keer als DJ

In 1980 vond er in België een staatshervorming plaats, dit zorgde ervoor dat er in het Franstalige deel een tijd geen omroepenwet was. “Je kon dus gewoon een zender aanzetten zonder dat je uit de lucht werd gehaald”, vertelt Herbert. Radiovisie begon vlak over de taalgrens een radiozender (Radio Gemini), omdat Herbert voor het magazine schreef, werd hij gevraagd om daar een programma te maken. Tijdens de schoolvakanties van zijn MAVO maakte Herbert daar zijn eerste programma’s. “Na twee jaar hoorde ik Radio Seven, een station uit Brussel. Ze draaiden de nieuwste platen, goede jingles; het was gewoon hele strakke pop-radio en ze waren in heel Vlaanderen te ontvangen. Daar heb ik gesolliciteerd en tot mijn grote verbazing werd ik daar aangenomen”.  Daarna belandde hij bij Radio Contact in Brussel. Maar toen na twee jaar de wet in Belgie weer werd aangepast, werden alle ‘vrije radio’s’  daar hele lokale radio en vond Herbert dat hij zijn tijd verdeed.

Zestien keer opgepakt

Na Radio Seven is Herbert bij de Nijmeegse piratenzender Delta Radio gaan werken. “We draaiden daar gewoon de Top40 de hele dag door. Op Radio 3 gebeurde dat ook wel, maar daar werd de muziek heel vaak onderbroken door nieuws of sport”. Omdat Delta Radio die muziek wel bleef draaien, stond op een gegeven moment bijna elk radiotoestel in Nijmegen, Arnhem, Ede, Veenendaal en alles daartussen op Delta. “Adverteerders kwamen naar ons toe, op het hoogtepunt hadden we tachtig adverteerders op de zender en stonden er honderdzestig in de wachtrij”.

Dat radiopiraat zijn niet volledig zonder risico is, heeft Herbert in zijn tijd bij Delta ontdekt. Regelmatig stond tijdens een uitzending ineens een politieteam in de studio. “Bij mij persoonlijk is dat zestien keer gebeurd. Alle apparatuur werd dan uitgezet, afgekoppeld en meegenomen en met mezelf er vaak ook bij”, vertelt Herbert lachend. De radiostilte was in dat geval nooit van lange duur: “Terwijl ik op het bureau werd verhoord, was er een werkploeg bezig om een nieuwe mast en nieuwe studio op te bouwen. Zodra ik terugkwam van het bureau een paar uur later, stond alles weer startklaar”.

Radio Caroline

In 1986 kwam Herbert terecht op het Britse zendschip van Radio Caroline. Op dit schip waren twee zenders aanwezig, één daarvan werd verhuurd aan het Nederlands/Belgische Radio Monique. “Ik was zestien keer opgepakt, ik had een maand voorwaardelijke gevangenisstraf en duizenden guldens boete, als ik wilde blijven uitzenden moest ik dus wel dat schip op”, vertelt Herbert. Aan het jaar dat hij op het schip van Radio Caroline heeft doorgebracht denkt Herbert nog graag terug: “Er waren voornamelijk hippie’s aan boord, hiërarchie was er alleen als het noodzakelijk was, en verder deed iedereen gewoon lekker waar hij zin in had, een hele fijne werksfeer”.

Eindelijk legaal

Toen kort na Herberts zee-avontuur Radio10 in Nederland begon met de eerste legale commerciële uitzendingen, werd hij gebeld om daar als nieuwslezer te komen werken. In zijn tijd bij Radio10 liep Herbert al rond met het idee om een eigen zender te starten: “Met Radio10 ging het naar mijn idee destijds in de vroege jaren 90 niet echt goed, de algemeen directeur was meer bezig met zijn eigen status en de stekker dreigde er te worden uitgetrokken. Ik was dus aan het rondkijken of ik zelf niets kon gaan beginnen. Ik heb toen met een aantal financieel partners een bod gedaan op een AM-frequentie, de vergunning voor die frequentie ging echter naar mijn werkgever; Radio10!” Toen had Herbert dus wat uit te leggen, hij is bij Radio10 uiteindelijk ontslagen om deze actie. “Best ironisch dat ik nu directeur ben van het station waar ik ooit ontslagen ben. Maar als ik er achteraf over nadenk kan ik niet anders concluderen dan dat dat ontslag zeer terecht is geweest”.

Zenderbaas of presenteren?

Na een tijd voor Radio Noordzee en persbureau ANP te hebben gewerkt heeft Herbert zijn droom om een eigen zender te beginnen uiteindelijk in 2006 verwezenlijkt. Er was een frequentie vrijgekomen voor Nederlandstalige muziek: “Iedereen dacht toen gelijk aan wat meer volkse hoempapa muziek, vertelt Herbert, “wij wilden juist een Nederlandstalige popzender; Marco Borsato, Acda&DeMunnik, De Dijk, en dat aangevuld met nieuw muzikaal talent,” een formule die zeer succesvol is gebleken.

Het presenteren hoeft Herbert als zenderbaas niet helemaal te missen. Wekelijks huurt hij een uur uitzendtijd op een afgeschreven kortegolfzender in Duitsland, daarop maakt hij Engelstalige freestyleradio die hij in de reservestudio van 100%NL opneemt. “Ik krijg reacties uit heel Europa, er is bijvoorbeeld een bejaarde man uit Finland die dat dan met dertig meter koperdraad nog kan ontvangen. Ik vind het heel erg leuk, ik hoef er geen ‘Macaroni’ award mee te winnen”.

Wat we nog missen op de Nederlandse radio? “Portugese kerkmuziek uit de 16e eeuw, daar wil ik nog een zender voor beginnen”, besluit Herbert lachend.

Het einde van Radio 6: “Het is ook een politiek statement”

“De NPO heeft het voornemen om per 1 januari 2016 te stoppen met NPO Radio 6”, zo begon het persbericht dat de NPO op 5 maart 2015 de wereld in bracht om het einde van Radio 6 aan te kondigen. Een petitie werd gestart om het besluit terug te draaien en meerdere keren besteedde De Wereld Draait Door aandacht aan Radio 6 die slachtoffer was geworden van de bezuinigingen, beide zonder succes. Per 1 januari dit jaar is Radio 6 omgetoverd tot een themakanaal met een non-stop playlist. DJ tot het laatste uur Rudy Mackay blikt terug: “Ik mis het nog elke dag”.

CViYELxWsAA5esx.jpg-large
Rudy Mackay tijdens de laatste uitzending van zijn programma    The Real Mackay.                                       Foto: twitter.com/rudymackay

 

NPO Radio 6 was het Soul&Jazz-station van de publieke omroep. Een ware toevoeging aan het publieke bestel vindt Rudy zelf: “Vooral jazz hoor je op andere zenders niet echt. Waar wij vooral belangrijk in waren was het bieden van een podium voor nieuw soul- en jazztalent, zulke bands kunnen vaak niet echt terecht bij 3FM of Radio 2”. In SublimeFM, een commerciële zender die vooral soul en jazz draait, heeft Rudy nooit echt concurrentie gezien: “Zij richtten zich op een groter publiek met wat toegankelijkere muziek, wij hadden een scherpe muziekprogrammering, DJ’s met kennis, leuke interviews, we merkten dat artiesten graag bij ons langskwamen; we zaten echt in die soul- en jazzscene”.

Politiek statement

De dag dat Rudy en zijn collega’s het slechte nieuws kregen te horen kan hij zich nog goed herinneren: “We werden ineens allemaal gesommeerd om direct naar het radiostation te komen, de overkoepelende baas van de NPO kwam daar iets vertellen. Afgaande hoe dingen toen liepen bij Radio 6, voelden we de bui al hangen”. Terwijl Rudy en zijn collega’s uitgelegd kregen waarom Radio 6 niet meer door kon gaan, was het persbericht als naar de media gestuurd. “Ik kreeg tijdens de meeting al berichten van vrienden die het online hadden gelezen”.

NPO_Radio_6_logo_2014.svg-2De reden die door de NPO gegeven werd, was dat de 150.000 tot 200.000 luisteraars niet genoeg waren voor het geld dat het station kostte. “Ja, dat is de officiële reden,” zegt Rudy “maar er spelen natuurlijk veel meer dingen. Het opheffen van Radio 6 is ook een politiek statement. De NPO laat hiermee aan Den Haag zien ‘kijk, we gaan zelfs zo ver dat we een hele zender opheffen’. Er is naar mijn mening nooit naar een alternatief gekeken wat veel geld zou besparen, maar veel van de programma’s zou kunnen behouden”.

NPO Soul&Jazz

Radio 6 is vervangen voor het themakanaal NPO Soul&Jazz, dezelfde muziek in een non-stop playlist, met alleen in de avond live-programma’s. “Dat was ook niet eens het plan eerst, om dat stukje live te behouden hebben we nog erg ons best moeten doen”, vertelt Rudy. Dat er de rest van de dag geen DJ’s zitten is volgens hem een gemis, DJ’s brachten vaak nieuwe muziek mee en gaven duiding. NPO Soul&Jazz zal toch minder luisteraars trekken dan dat Radio 6 dat deed denkt Rudy: “De mensen die heel erg Soul&Jazz-minded zijn zullen zeker blijven luisteren voor de muziek, daar hebben ze geen alternatief voor. Maar met een groot deel van de luisteraars zijn we toch echt vriendjes geworden, die mensen zullen de DJ’s te erg missen. Soms als ik inval op Radio 2, krijg ik bericht van luisteraars die altijd naar Radio 6 luisterden en die ontzettend blij zijn mij weer op de radio te horen”. Artiesten kunnen volgens Rudy nu het beste terecht bij Radio 2: “Die hebben de soul-kant wel een beetje overgenomen. Ik hoor wel eens acties op Radio 2 voorbijkomen met ex-Radio 6 artiesten”.

Het einde van Radio 6 heeft Rudy in ieder geval niet ontmoedigd om weer de radio op te gaan. “Het liefst ga ik weer zo snel mogelijk, zoveel mogelijk presenteren. Ik val nog wel eens in bij Radio 2, maar die programmering zit helaas vol. Ik heb momenteel gewoon heel veel vrijheid, ik ga lekker 2 á 3 maanden goed om me heen kijken wat ik nu ga doen”, besluit Rudy.

 

Vinden jullie het terecht dat Radio 6 is opgeheven? Of blijft het ook een taak van de NPO om artiesten een podium te bieden die dat nergens ander krijgen? Laat je mening hieronder achter.

 

 

“De FM-frequentie gaat weg”

De term ‘FM’ was altijd dé aanduiding voor een radiostation. Met de opkomst van internet en DAB+ (digitale radio, red.) is dit niet meer relevant. NPO SterrenNL heeft nooit via de ether uitgezonden, maar is toch succesvol gebleken. DJ Corné Klijn vertelt over dit FM-loze succes.

vurvQkaM
Foto: twitter.com/corneklijn

 NPO SterrenNL startte in 2010 als Sterren.NL radio, een internetstation van de TROS dat uitsluitend muziek van Nederlandse bodem draait. “We zijn daar een van de weinigen in”, vertelt Corné, “in ieder geval de enige bij de publieke omroep”. Hij denkt dat SterrenNL een goede aanvulling is op het publieke bestel: “We schenken aandacht aan Nederlandse cultuur, dat is naar mijn mening een belangrijke taak van de NPO”. En daar is genoeg publiek voor; het Sterren Muziekfeest op het Plein worden bij elke editie door 15.000 mensen bezocht met ongeveer een miljoen tv-kijkers, daarnaast zijn er volgens Corné honderdduizenden mensen die jaarlijks een Nederlandstalig concert bezoeken.

Internet

Dat SterrenNL nooit via de FM te ontvangen is geweest, is volgens Corné helemaal geen probleem: “Radio6 was alleen via internet te ontvangen, Radio5 is nu ook alleen nog maar online te beluisteren en wij zitten sinds vorige week op DAB+. De FM-frequentie gaat vanaf 2020 toch afgekoppeld worden, in Scandinavië zijn ze daar al actief mee bezig”. Over het bereiken van luisteraars hebben ze zich ook niet zorgen gemaakt bij SterrenNL. “De zender staat nu gewoon als een huis; we hebben goede DJ’s, we hebben een nieuw jingle pakket, we hebben een eigen sound, als we een luisteraar eenmaal hebben bereikt wilt die niet meer weg en blijft hij ons wel vinden”, vertelt Corné enthousiast. De taak voor SterrenNL is volgens Corné nu om goede programma’s de blijven maken en een nog grotere speler in het radiolandschap te worden. “Radio is een traag medium, het duurt lang voordat een luisteraar je vindt en blijft hangen. Ik was DJ in de begintijd van Radio538, ze zijn nu de grootste maar dat heeft ongelofelijk veel tijd gekost”.

Om het bestaansrecht van radio de komende jaren nog te waarborgen, is internet onmisbaar denkt Corné: “Het duurt nog wel even voordat elke luisteraar is overgestapt naar DAB+, ik hoop dat DAB of internet snel in alle auto’s wordt geïntegreerd, dat maakt voor ons de distributie veel makkelijker”. Aan de muziek ligt het volgens hem niet. “Nederlandse muziek leeft meer dan ooit, er zijn alleen een hoop mensen die dat nog niet in de gaten hebben of zelfs niet willen zien”.

Voor meer informatie over de programmering en de muziek kan je terecht op de website van NPO SterrenNL.

“Het gaat mij niet om de luistercijfers”

In 2015 luisterden maar liefst 10% van de luisteraars naar regionale radio. Het kleine nieuws uit de eigen omgeving interesseert mensen nog veel. Maar hoe zit dat met de lokale radiostations? Deze kleine stations -die vooral op vrijwilligers draaien- staan er om bekend dat er maar weinig mensen naar luisteren. Toch zijn er in Nederland bijna 270 lokale omroepen waarvan een groot deel ook radio maakt. Arthur Vierboom stond vijf jaar geleden aan de wieg van zo’n lokale omroep: Omroep Houten. Sinds 3 jaar zend HoutenFM, het lokale radiostationt van de omroep, dagelijks uit. Arthur geeft zelf niet zoveel om hoeveel mensen daar naar luisteren.photo

Arthur ziet de lokale omroep niet per se als nieuwskanaal, maar meer als sociaal instrument: “Door het delen van verhalen creëer je een gemeenschappelijke geschiedenis voor inwoners van een dorp, deze gemeenschappelijke geschiedenis leidt uiteindelijk tot een sterker samenlevingsgevoel.” Het creëren van een groepsgevoel en kleine community‘s is volgens hem een van de belangrijkste taken van een lokale omroep. Hij heeft in de drie jaar dat HoutenFM uitzend gemerkt dat er kleine community’s ontstaan rond verschillende programma’s. “Er is een kleine groep mensen die vaker naar bepaalde programma’s luisteren, daarmee zorg je als maker voor een groepsgevoel”, aldus Arthur.

In eerste instantie was er helemaal geen plan om HoutenFM te starten. Omroep Houten bestond uit vooral uit een website met burgerreporters die kleine filmpjes maakten van dingen die zij in hun eigen wijk tegenkwamen. “De verhalen zijn bij de omroep voor mij altijd het belangrijkste geweest, je moet die verhalen dus naar de mensen brengen op een plek waar ze de tijd hebben om het tot zich te nemen; de radio leek mij daar uiteindelijk een perfect medium voor”, aldus Arthur.

Luistercijfers

Reacties van luisteraars heeft Arthur in de afgelopen drie jaar nog weinig gehad, maar dat is niet erg vindt hij. “Ik vind Zembla een geweldig programma, maar ik kijk het vrijwel nooit”, vergelijkt hij, “het gaat er niet om dat mensen je verhalen horen, het gaat erom dat mensen weten dat de verhalen gemaakt worden”. Het gaat volgens Arthur uiteindelijk om de impact van een verhaal, niet hoeveel mensen uiteindelijk bereikt worden met het verhaal. “In de lokale politiek hebben we echt positieve invloed gehad, de gemeenteraad voelt zich echt gecontroleerd sinds wij er zijn”. Het is uiteindelijk dus belangrijker om dat er een verslaggever ergens aanwezig is, dan dat deze verslaggever ook echt een goed item of artikel maakt.Luistercijfers zijn daarom ook nooit een onderdeel geweest van het zogenoemde prestatieplan van Omroep Houten. Een prestatieplan is een plan dat lokale omroepen moeten opstellen om subsidie van hun gemeente te krijgen. “Bij het onderhandelen met de gemeente zijn we ook altijd eerlijk geweest over onze ambitie. We willen er vooral zijn, of er uiteindelijk gekeken en geluisterd wordt is de keuze van het publiek”. Een prestatieplan van een jong lokaalradiostation zou nooit op rendement gericht moeten worden vindt Arthur: “Als beleidsmaker kan je heel makkelijk zeggen dat er te weinig wordt geluisterd en dat er dus subsidie wordt ingetrokken, vaak spreken omroepen en gemeenten geen concrete ‘luisteraarsgrens’ af”.

Lokale toekomst

Over de toekomst van lokale omroepen is Arthur nog niet helemaal zeker. “Er zal altijd behoefte zijn naar het kleine lokale nieuws, maar we moeten ook realistisch zijn. De NPO heeft een overheidsbudget van ruim 600 miljoen euro, de 268 lokale omroepen moeten het doen met 15 miljoen euro”. Als we kijken naar lokale radio vindt Arthur dat we onszelf de vraag moeten blijven stellen hoeveel we ervoor over hebben dat een dergelijk medium blijft bestaan; hoeveel geld en moeite willen we erin blijven steken.

Om als radiostation te blijven overleven moet je altijd je beoogde rol blijven benoemen, die vormgeven en in programma’s vangen. Daarbij moet de luisteraar er zeker van zijn dat de programma’s elke week, ongeacht wat dan ook, worden uitgezonden en dat ze een lokale component bevatten. “Het begint met een goed programma, daar kan geen marketing tegenop”, besluit Arthur.

[Audio] Hebben opkomende artiesten de radio nog nodig?

Mijn moeder deed het vroeger nog: de Top40 op cassettebandjes opnemen van de radio. Zo kon ze de hele week luisteren naar de populaire liedjes van dat moment. Waarom waren dat de populaire liedjes? Omdat de radio dat had besloten. Is de radio nog wel noodzakelijk om als beginnend muzikant door te breken? Verslaggever Dennis Jongeling gaat op bezoek bij een van die opkomende bands.

Benieuwd geworden naar de muziek van Valour Up Twice? Check hun muziek via Spotify of bezoek hun Facebookpagina!